Het poldermodel

Het poldermodel is het (typisch) Nederlandse consensusmodel waarbij de overheid en sociale partners (werkgevers en vakbonden) met elkaar onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en loon, die vervolgens vastgelegd worden in een CAO (Collectieve ArbeidsOvereenkomst). De Minister van Sociale Zaken kan een CAO bindend verklaren voor de bedrijfstak.

 

Akkoord van Wassenaar

Als het eerste resultaat van het poldermodel wordt vaak het Akkoord van Wassenaar gezien dat op 24 november 1982 is ondertekend. Het Akkoord van Wassenaar heette officieel ‘Centrale aanbevelingen inzake aspecten van een werkgelegenheidsbeleid'. Begin jaren 80 ging het slecht met de Nederlandse economie na de oliecrises van 1973 en 1979. De werkloosheid nam toe. Hierop had de overheid gedreigd een loonmaatregel te treffen zodat de loonkosten niet verder zouden stijgen. Het Akkoord van Wassenaar is tot stand gekomen tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers organisaties. De werknemersorganisaties waren bereid akkoord te gaan met  loonmatiging. In ruil hiervoor kwam arbeidstijdverkorting. Het doel was de winstgevendheid van bedrijven te herstellen en het bestrijden van (jeugd)werkloosheid.

 

Poldermodel

Maar de kenmerkende overlegcultuur bestond al langer, en wordt door een aantal onderzoekers toegeschreven aan de noodzaak tussen verschillende standen samen te werken om gezamenlijk dijken aan te leggen om het land droog te houden. Hier zou het woord polderen ook mee samen hangen. Het poldermodel kreeg in 1997 pas echt de naam ‘poldermodel’.

 

Relevantie

Met het Wassenaar akkoord werd een einde gemaakt aan de vijandige relatie tussen bonden en werkgevers in de jaren 70 en konden grote hervormingen plaatsvinden, met relatief weinig sociale onrust. In plaats van een tijd gericht op polariteit kwam een tijd die gericht was op het sluiten van compromissen. Hoewel herstel slechts langzaam op gang kwam, werd de basis gelegd voor economisch herstel.

Maak jouw eigen website met JouwWeb