Aids

In 1981 werd de wereld opgeschrikt door een mysterieuze, dodelijke ziekte: aids. In de Verenigde Staten vertoonden homomannen uiteenlopende infecties. Ze waren zodanig verzwakt dat ze niet herstelden en uiteindelijk stierven. Eerst dacht iedereen dat het ging om een seksueel overdraagbare ziekte onder homomannen. De ziekte kreeg de naam GRID, Gay Related Immune Disease. Al snel bleek dat de ziekte ook slachtoffers maakte onder injecterende druggebruikers, mensen die donorbloed hadden gekregen en heteroseksuelen. In Afrika was de epidemie al veel groter. De ziekte kreeg de naam aids.

 

In 1981 werden in Nederland de eerste aidspatiënten in een ziekenhuis opgenomen. De daarop volgende jaren werden beheerst door enorm grote angst en onzekerheid. Mensen vreesden voor een epidemie op grote schaal. Ze wisten weinig over de besmettelijkheid en waren erg bang om de ziekte ook te krijgen. Aidspatiënten werden vaak gemeden en buiten gesloten. Een groepje homomannen zamelde in 1985 geld in om kerstpakketten te geven aan aidspatiënten. Dit leidde tot de oprichting van het Aids Fonds.

 

In 1984 werd het virus gevonden dat aids veroorzaakt: HIV. In een Frans/Amerikaans verdrag werd vastgelegd dat de onderzoekers Luc Montagnier (Frans) en Robert Gallo (Amerikaans) beiden het virus hadden ontdekt. Beide landen hoefden hierna niet meer te ruziën over wie het virus als eerste had gevonden. De wereld was hoopvol over de vondst van een vaccin. Maar niemand kon toen vermoeden hoe lastig het virus is.

 

Aids won meer terrein. Zo ook de strijd tegen aids. In 1988 werd de eerste Wereld Aids Dag gehouden om aandacht te vragen voor de aidsepidemie. Dit was een initiatief van medewerkers van de World Health Organisation. Eind jaren '80 kreeg de solidariteit met aidsslachtoffers een internationaal symbool: de red ribbon.